Een eindejaarsverhaal
En het geschiedde zo rond 25 december 2022 dat enkele wezens zich rond een vuurtje verzameld hadden, om de toestand van de wereld te bespreken. Initiatiefnemers voor deze gewichtige bijeenkomst waren Piet en Sint.
Sint Maarten? Nee, die was nog te gierig om zijn hele mantel aan een bedelaar af te staan.
Vadertje Tijd? Ze zagen hem net aankomen, maar voor ze hem konden roepen was ie alweer voorbij.
De Kerstman? Nee, van die opgeblazen bol.com-patjepeeer met zn domme joho-geblaat moesten ze niks hebben.
Wel hadden de rendieren zich gemeld: Rudolf, Riekje, Romana en Roderick, aangezien ze het echt niet meer trokken om dat stuk onbenul te trekken.
‘Wacht eens’, zei Romana, ‘er was toch ook rond deze tijd, lang geleden, een kindeke geboren? Zullen we z’n vader en moeder uitnodigen?’
‘Z’n vader’, zei Piet, ‘lijkt me niet zo geschikt. Een nogal conservatief en wraakzuchtig iemand. Bovendien zadelde hij Maria, via slinkse wegen, op met een kindje waar ze zelf niet om had gevraagd.’
‘Allah dan?’ opperde Roderick.
‘Over Allah’, antwoordde Riekje, ‘hoorde ik dat hij net zo streng is als God, en bovendien vond hij het prima dat zijn profeet Mohammed trouwde met een jong meisje, Aisja, die daar niets over in te brengen had.’
‘Wat erg!’ zei Sint. ‘Maar laten we dan in elk geval Maria en Aisja uitnodigen!’
“Kan niet’, zei Riekje. ‘Die zijn samen postuum naar Me too om hun verhaal te vertellen.’
‘Boeddha dan? ‘opperde Rudolf. ‘Misschien dat die voor war Verlichting kan zorgen?’
Nu hadden zelfs Piet en Sint een minder mooi karaktertrekje: ze konden het niet uitstaan dat waar je ook keek, er overal Boeddhabeeldjes stonden. Maar Sint- en Pietbeeldjes, gezellig op de vensterbank of in het voortuintje? Nergens! Dat wilden ze natuurlijk niet zeggen, dus gooiden ze het op de Verlichting: ‘Jullie weten toch dat er een energiecrisis is? Dus nee, geen extra Verlichting, Boeddha kan nu echt niet!’
Ondertussen had ook de Paashaas zich bij hen gevoegd. ‘Wie ben jij en wat doe je zoal?’ vroeg Riekje. ‘Ik ben de Paashaas en eh.. ik doe iets met eieren. In een mandje.’, zei de Paashaas een beetje verlegen.
Daar was iedereen even stil van. Deze stilte werd doorbroken door het lawaai van een valpartij, veroorzaakt door Jezus, die uit de Hemel was nedergedaald.
Hij sprak ende zeide: ‘Ik verdom het nog langer aan de rechterhand van mijn dominante reactionaire vader te zitten. Ik ga voor Vrede. En Liefde { hierbij keek hij steels naar Riekje). Ik sluit me bij jullie aan, want ik begrijp dat jullie de wereld mooier willen maken, zoals trouwens zoveel wezens hier op aarde. Dus laten we de klimaatcrisis te lijf gaan, racisme verbannen, zorgen dat de lhbtq-gemeenschap niet meer gediscrimineerd wordt, laten we het geld van de rijken afnemen en eerlijk verdelen ( want ieder wil bread and roses too), liefdadigheid moet niet meer nodig zijn, laten we oorlog en onderdrukking beëindigen, waar ook ter wereld. En daarbij een mooi muziekje op zijn tijd.”
‘En eh’ vroeg de Paashaas, ‘gaan we ook aardig tegen elkaar doen?’
‘Dat zeker!’ vond Ramona, ‘maar ik pleit ook voor een radicale revolutie! Geweldloos natuurlijk.’
‘Maar hoe dan?’ vroeg Sint.
‘Eerst koffie’ , stelde Rudolf voor, ‘koffie verdiept het inzicht.’
En ja hoor, na de koffie kwam de Paashaas met een subliem idee: ‘ Als we nou eens naar de OBA gaan? Daar staan zoveel boeken waarin op al die vragen wel een antwoord te vinden moet zijn. En je wordt er geholpen door zulk lief personeel!’
Zo geschiedde. De antwoorden kwamen, praktische antwoorden vanuit de non-fictie, inspirerende antwoorden vanuit de fictie.
Er was nog één vraag over, maar daar waren ze nu niet naar op zoek. Die éne, allerlaatste vraag, daar is geen antwoord op te vinden.
‘Laten we eerst de boel hier op aarde maar een beetje op orde brengen’, zeide Jezus.
En terwijl hij dat zeide, verscheen er een prachtige regenboog waarin zich de woorden vormden:
VOOR JULLIE ALLEMAAL EEN GOED 2023!
Sonja van der Meer, 26 december 2022
Een OBA-senior in tijden van corona; dl. 2
We zijn een jaar verder sinds ik het vorige stukje schreef. Vermoedelijk zijn alle OBA-senioren 1 of 2 keer geprikt. Er hangt een versoepeling in de lucht, dat deed ie wel vaker, maar nu lijkt het er toch echt op. Wie weet is in juli iedereen die dat wil gevaccineerd. Reden tot vreugde? Ja, maar toch, wat een sporen laat dit virus na.
Voor veel ouderen, mits gezond en omgeven door familie en vrienden, is zo’n crisis best een tijd vol te houden. Wie dat kon, wandelde zich het schompes. Zo fijn dat met vrienden te kunnen doen, toch had het ook iets onwezenlijks.
Nooit keek ik zoveel naar de tv, me verliezend in de ene na de andere Netflix-serie. Ramsey Nasr werd, nadat hij de hele tv en alles op internet had leeggekeken, ineens wakker en ontdekte dat hij nog zoveel mooie boeken te lezen had. Daar schreef hij over, in De fundamenten. Ook werpt hij vragen in dat boek op, vragen m.b.t. een haast onvermijdelijke horror-achtige ondergang van deze wereld. Als we niet veranderen.
Ik kan iedereen aanraden om daarna, als troost, het boekje: Biografie van een vlieg te lezen, geschreven door Jaap Robben. “Och”, dacht ik aan het eind, “och vliegje toch!” En net als Buizerd probeerde ik mn tranen te verbergen.
Deze 2 boeken gaan bij mijn aankomende verhuizing zeker mee. Omdat ik kleiner ga wonen, zal ik van veel boeken afstand moeten nemen. Afschrijven, ik was er nooit goed in. Of juist wel. Wat moet ik met een plank vol Herman Heijermans, verzameld vanaf mn 12e jaar, toen ik zo in de ban was van Droomkoninkje? Wat met Drijvende klompjes uit 1909, wat met Schetsen uit 1907? Wie hielden die boeken voor het eerst vast, wie hebben ze gelezen? Wie leest het nog? Ik niet meer, maar ik weet meteen als ik ze opensla waarom het me zo aangreep.
Maar goed, er zijn ergere dingen, zou mijn oma zeggen, dus even terug naar het onderwerp: corona, met daaraan verbonden de prangende vraag: zouden wij in oktober als OBA-senioren weer bij elkaar kunnen komen? Wat zou dat mooi zijn! Er zal gezongen worden, er wordt vast een toespraakje gehouden, het zou een feestelijk weerzien zijn.
Nog een agendapuntje: we zouden op die dag als OBA-senioren een beginnetje kunnen maken met een geweldloze revolutie. Juist omdat niemand dat verwacht van ons, kan het aanslaan. “Ja doei”, dacht ik weer eens n.a.v. mijn eigen idee. Maar het is niet gek. Kijk maar om je heen, dan zie je pas echt gekke dingen. We zullen er natuurlijk wel voor moeten waken dat deze of gene zich op wil werpen als soort manager, vanwege het gevaar dat de dingen dan ontaarden. Zo iemand vliegt er gelijk uit. Zo iemand wil jou het liefst sensibiliseren, vertel mij wat. Nou ja, hoewel, we gaan daar natuurlijk eerst over stemmen. Of we schuiven dit agendapunt door naar de volgende bijeenkomst.
Hoe dan ook: ik hoop dat jullie het allemaal goed maken, dat jullie allemaal kunnen komen!
Sonja van der Meer – 12 mei 2021
Een OBA-senior in tijden van corona; dl.1
Van bij de OBA betrokken senior ben ik, net als jullie, ongewild toegelaten tot nog een doelgroep: dat van het coronavirus, een ongrijpbaar iets dat het vooral op ouderen gemunt heeft. Denken over alle ellende die het wereldwijd met zich meebrengt, maakt boos en verdrietig, geeft een machteloos gevoel. Het is te verbijsterend voor woorden. En het laat beseffen hoe weinig solidair rijke landen zijn wanneer er elders op de wereld rampen voor- vielen.
Zeker in de beginfase stroomden mobieltjes vol met grappige teksten en plaatjes ( Weet iemand of je inmiddels weer mag douchen? Of is het nog steeds alleen maar handen wassen? ) . Ik las en bekeek het allemaal dankbaar. Mijn reactie erop hield het gemiddelde tussen een lachsalvo en een wanhoopskreet, een vreemd geloei in een stil huis. Ik woon alleen, ben daar heel tevreden mee, maar nu dacht ik soms: ‘Ik wou dat ik een gezinnetje was, dan konden we samen lachen. Of huilen.’ Want voor het gevoel is het een ander soort alleen, wat overheerst is heimwee en verlangen.
Als ik me aan anderen spiegel, weet ik dat ik ongelooflijk bof. Ik kan op afstand wandelen, fietsen, met kinderen, vrienden, kleinzoontjes. Kleinzoontjes op afstand? ‘Oma, mag ik nou nooit meer bij jou?’ vroeg er één. Ik raadpleegde de GGD over mijn rol als oma en tot mijn opluchting werd er gezegd dat men er in mijn geval geen bezwaar in zag als ik bleef oppassen, tenzij ouders, kinderen of ik ziekteverschijnselen zouden vertonen.
Om me ook verder een beetje verdienstelijk te kunnen maken, meldde ik me aan bij Voor elkaar in Amsterdam. Nu bel ik af en toe met mensen die het fijn vinden om even een praatje te kunnen maken, o.a. met de 91-jarige mijnheer Ruud, een hartelijke man, die blij is dat hij met wat hijzelf onbenullig geklaag vindt bij mij terecht kan. Hij zou deze wereld wel willen verlaten, maar niet nu, niet in deze toestand.
Voor de kinderen in kamp Moria op Lesbos werd een beroep op ons gedaan om rugzakjes met speelgoed te vullen, omdat ze daar nu hun tent niet uitmogen en niets te spelen hebben. Ik deed het graag en leverde mijn tasje in bij nogal kleinbehuisde mensen op de Adelaarsweg. De hele trap was van onder tot boven gevuld met fleurige rugzakjes die op 15 mei naar Lesbos vervoerd worden.
Er waren dagen dat ik zo graag even naar de zee had gewild, al was het maar naar Zandvoort. Om uit te kijken over het water, het troostend geluid van de golven te horen. Maar de richtlijn was: de trein rijdt alleen voor mensen die er voor hun werk van afhankelijk zijn. Ik zag mezelf al zitten: zo afwezig mogelijk, maar al snel gespot door een Handhaver. ‘En waar dacht mevrouwtje heen te gaan? Alleen even naar Zandvoort? En denkt u niet dat we dat allemaal wel zouden willen? Huh? Komt u maar mee, dan zal ik u even naar de uitgang begeleiden. BLIJF THUIS! Weet u nog?
Inmiddels zijn de maatregelen versoepeld. Dus wie weet, misschien, over een paar weken, met een mondkapje voor…( een rooie? Dan lijk je wel Roodkapje, en het virus is de wolf, die wel zin heeft in Roodkapje. Dan, zomaar ineens, is daar een jager, die de wolf weet om te leggen. Daarna wil hij wel met Roodkapje trouwen. Maar daar heeft Roodkapje echt geen zin in.)
Er zijn meer versoepelingen: scholen gaan weer open, er mag weer gesport worden, en, hoog genoteerd: we kunnen weer naar de nagelstudio’s! Dat hadden we toch ook nooit kunnen bedenken, dat de OBA in het rijtje versoepelingen na de nagelstudio vermeld zou worden. Ik ben er nooit binnen geweest, in zo’n studio, maar ik heb nu het gevoel dat ik dat zou moeten willen. Trouwens, nog maar een jaar geleden ofzo kwamen de nagelstudio’s in een heel ander daglicht in de media naar voren: veelal werden ze gebruikt voor allerhande criminele activiteiten, zoals vrouwenhandel, drugs, witwassen. Misschien moet ik daar maar eens een complottheorietje op los laten, waardoor de OBA weer boven de nagelstudio komt te staan. Geheel verdiend, want het was goed te lezen hoe de OBA het zo wist te organiseren dat mensen die aan huis gebonden zijn toch door medewerkers van boeken worden voorzien.
Op 8 februari, een maand voordat onze wereld zo ingrijpend veranderde, kwamen de OBA-senioren bij elkaar in vestiging Indische Buurt. We hadden geen idee, het was zo’n leuke middag. Gelukkig kunnen we dankzij de website die Hans Jaspers maakte toch contact met elkaar houden, herinneringen ophalen, plannen maken. We weten niet wanneer, maar er komt een dag dat we, en dan niet via een scherm, weer bij elkaar kunnen komen.
Sonja van der Meer – 12 mei 2020