Een interview met Annie M.G. Schmidt – november 1984
Nou ik heb het gevonden! Hopelijk kunnen jullie het beluisteren. Het is heel gezellig in de Vossiusstraat november 1984. Annie schenkt halfblind zelf de thee in en je hoort haar steeds vrolijk grinniken. Toen had ik helemaal niet door dat Nicolien en ik daar iets bijzonders deden. Ik had Annie een briefje gestuurd, mag ik u interviewen? Ja hoor, schreef ze meteen terug, kom maar langs! Nog grappiger is het te bedenken, dat ik in 1980-1982 heel vaak in het huis naast Annie langskwam, want daar woonde mijn toenmalige vriendin. Maar niemand die er iets van wist. Ten tijde van het gesprek was Annie 73. Het allerleukste was dat, toen ik haar vroeg of ze wel eens eerder over haar bibliotheektijd was geïnterviewd, opgewekt loog: ‘Nee hoor, nog nooit!’ Maar later zag ik, dat ze geregeld over haar tijd in de bibliotheek had verteld, maar niemand stelde er eigenlijk belang in. Als het op onze website staat, dan gaan we dat uitbuiten via Facebook. Ik denk dat b.v. Jacques Klöters dit erg leuk vindt, want hij kwam vaak bij haar thuis om haar voor te lezen.
Leo Willemse
Luister hier naar dit mooie interview:
Een interview met Fred Kolman – door Sonja van der Meer (juni 2020)
Introductie: Wie is Fred?
We kennen Fred allemaal als die aardige collega die zich al jaren zo gewetensvol met de collectie van de OBA bezighoudt. Maar wat ging er allemaal aan vooraf?
Fred is geboren in Nijmegen, maar verhuisde al vier weken na zijn geboorte naar Kampen. Als kind bezocht hij de bibliotheek daar regelmatig, geen wonder ook met een vader die niet alleen docent geschiedenis was, maar die tevens deel uitmaakte van het Bestuur van de bibliotheek. Na het gymnasium te hebben doorlopen, wist Fred niet zo goed wat ie wilde. ‘ Is de bibliotheekschool niets voor jou, of een archiefopleiding? ‘ opperde zijn vader. Daar zag Fred gelukkig wel wat in. De bibliotheekschool in Deventer bestond nog niet. Fred verhuisde naar Amsterdam, waar hij in een kamertje terechtkwam dat voorheen als kolenhok werd gebruikt. In 1973 meldde hij zich aan bij de FMA, bezocht regelmatig de stamkroeg, at in de Mensa, en raakte snel gewend aan zijn nieuwe leven. Nadat hij het tweede jaar van de opleiding nog een keer over mocht doen, nu met succes afgerond, gaf Fred zich op voor de BOB. Na zijn diploma te hebben gehaald, kon Fred bij de OBA gaan werken, op de Amsterdamse Bibliotheek Centrale ( later de BDO). Twee jaar werkte hij daar, toen het verlangen bij hem opkwam toch nog een studie aan de universiteit te volgen. Hij koos voor neerlandistiek en verdiepte zich na zijn kandidaats in geschiedenis van pers, propaganda en openbare mening (GPPOM), een studierichting die onmiddellijk na zijn afstuderen werd opgeheven. Stage liep hij bij IPS, een persbureau voor de Derde Wereld. Zijn doctoraalscriptie had als onderwerp: Recht voor Allen, het blad van Domela Nieuwenhuis. Omdat Fred geen beurs had gekregen om zijn studie te bekostigen, ging hij bij de invaldienst van de OBA werken, op een 0-uren contract. Wat later kreeg hij een vast contract voor twintig uur in het Pintohuis. Eigenlijk had hij met zijn studie iets anders willen doen, maar door de crisis, waar ook de OBA mee te maken kreeg ( Help, de bibliotheek verzuipt!) lukte dat niet. Fred bleef bij de OBA. Op maandag reisde hij (vrijwillig) naar Den Haag, om daar de documentatieopleiding te volgen. Ook werd hij in die tijd notulist van de OR. Na 13 jaar in het Pintohuis te hebben gewerkt, verhuisde Fred als gevolg van een reorganisatie van de muziekafdeling van de Centrale naar RPL, waar hij op de muziekafdeling terechtkwam. Na het overlijden van Gerrit Stevens ging Fred naar de Centrale, naar de afdeling IBL. Tenslotte, toen de backoffice werd opgericht, werd Fred daar medeverantwoordelijk voor het beheer van de collectie. Om die taak goed uit te kunnen voeren, bezocht hij regelmatig de filialen, om in overleg te bekijken hoe het daar met de collectie was gesteld. ‘Gezellig, Fred komt’, zeiden we dan in Noord. Ook stuurde Fred heel veel mailberichten over boeken en auteurs ( prijzen, overleden auteurs), zodat alle collega’s een beetje bij konden blijven.
Binnenkort, op 25 juni, gaat Fred met pensioen. Maar niet voor hij deze vragen nog beantwoord heeft:
-Veel collega’s en ex-collega’s hebben zo genoten van je Nieuwjaarstoespraken, doordat je op een aardige maar doeltreffende wijze de draak wist te steken met het beleid, waar werknemers soms nogal onder gebukt gingen. Nu kon er een keer om gelachen worden, en wat een troost was dat. Wat zie jij zelf als je belangrijkste bijdrage aan de OBA?
Fred: Ik vond het vooral belangrijk om contact vanuit de backoffice (collectiebeheer) met de frontoffice te onderhouden, om mensen met elkaar te verbinden. Ik bezocht daarom ook alle vestigingen en zorgde ervoor dat zoveel mogelijk nieuws over boeken voor iedereen beschikbaar was. Daarnaast was ik lid van de OR, om verder te kijken, om te weten wat er speelde.
-Hoe zou je willen dat de OBA zich in de toekomst ontwikkelt?
Fred: Nu gaat de bibliotheek te veel richting evenementenpaleis. Mede door de bezuinigingen krijgt de collectie minder aandacht, terwijl in deze coronatijd is gebleken dat de behoefte aan boeken blijft bestaan. Daarom hoop ik dat een goede collectie weer belangrijker wordt gevonden. En, maar dat geldt voor heel Nederland: wat zou het fijn zijn als er weer een goede bibliotheekopleiding komt, zodat medewerkers kunnen helpen bij vragen , die niet op internet te vinden zijn.
-Welk boek, welke muziek of welk ander medium zou je op de valreep iedereen aan willen raden?
Fred: Ik heb pas geleden De pest van Albert Camus gelezen, een ontzettend goed boek. Het spreekt niet alleen aan omdat er toen ook een pandemie plaatsvond. Maar in dit boek worden de onderlinge relaties tussen mensen zo goed beschreven.
-Wat zijn je plannen voor de toekomst?
Fred: Ik wil me opnieuw bezighouden met Recht voor Allen, het blad van Domela Nieuwenhuis. Er bestaat niet heel veel over, wie weet valt er wel een boek over te schrijven. Verder, als ik denk over vrijwilligerswerk, heb ik daar wat moeite mee. Het gaat om werk, het zou gewoon betaald moeten worden, ook in de bibliotheek. Maar eventueel zou ik wel voor het Stadsarchief een dagje in de week willen helpen met het digitaliseren van oude archiefstukken. Voorts ben ik van plan, op een rustig tijdstip, naar een sportschool te gaan. En natuurlijk wil ik me bezighouden met mijn familie. Ik hoop nog eens naar Amerika en Australië te reizen, om familie en vrienden daar te bezoeken. Ook zal ik op de fiets stappen om mooie tochten te maken. Ik wil musea gaan bezoeken. En wie weet een cursus volgen.
-De OBA-senioren zijn blij met jouw komst. Heb jij nog tips of wensen?
Fred: Ik zou bij deze iedereen die ik niet kan vragen mijn afscheid bij te wonen in deze coronatijd, hier, in dit interview, gedag willen zeggen en het allerbeste wensen. Verder lijkt het me heel leuk andere gepensioneerden weer tegen te komen, bij de bijeenkomsten en de reisjes naar interessante bibliotheken in het land.
-Is er een vraag die je gemist hebt, terwijl je daar graag antwoord op had willen geven?
Fred: Dat betreft de bibliotheek. Ik hoop dat deze een belangrijke rol blijft spelen in de samenleving, dat de doelstelling niet verzandt. Dat de bibliotheek haar rol op zich blijft nemen om iedereen de kans te geven betrokken te zijn.
Tekst: Sonja van der Meer Foto: Sonja van der Meer